Kaalslag bij kleine Franse botenbouwers

Het botenlandschap wordt weer wat schraler. In Frankrijk doet zich een kaalslag voor onder de kleine werven. Wie eind dit jaar de watersportbeurs in Parijs bezoekt zal vast een aantal lokale exposanten met karakteristieke, eigenzinnige realisaties missen. Ikone, Ofcet, Skellig, Bi-Loup, al deze merken zullen zonder tegenbericht niet meer terug te vinden zijn op de beursvloer.

Eind juli ging de bouwer van de het  Ikone gamma in liquidatie. Ikone Espace, gevestigd in Concarneau, is de bouwer van een unieke reeks kleine familiale ‘cat getuigde’ zeiljachten. De werf had net zijn nieuwe Ikone 6.50 te water gelaten, naast hun klassieker, de Ikone 7.50 (foto bovenaan).  In 2018 werden een 15-tal boten gebouwd, goed voor een zakencijfer van 1 miljoen euro. Maar een gebrek aan kapitaal, op het moment dat dit het meest nodig was bij de lancering van een nieuw model, werd de werf fataal.

De Ofcet 32.

 

De Skellig 5 van Plasmor.

Eind mei heeft de handelsrechtbank van La Rochelle de scheepswerf Ofcet failliet verklaart. Deze werf was gespecialiseerd in de bouw van kleine 6,50 m wedstrijdjachten, vooral bestemd voor de Mini-Transat. Deze niche markt was blijkbaar te beperkt om de werf te laten overleven. Nochtans werd hun nieuw type, de Ofcet 32 in 2018 bekroond als wedstrijdjacht van het jaar. Maar de bestellingen bleven ondermaats.

En in september vorig jaar kwam er ook een einde aan de productie van Wrigthon Bi-Loup gevestigd in Caen. De Wrigthon werf had in 2014 de productie van de ‘Bi-Loup’ weer in handen genomen, nadat deze de boeken had neergelegd. Ook hier ontbraken de middelen om een sterk verkoopteam uit te bouwen.

Een maand later, eind oktober 2018, legde ook Plastimor in Vannes de boeken neer. Naast de zeekajaks bouwde deze werf zeilboten onder het merk Skellig. Hier zou de veroordeling tot een belangrijke som in een geschil met twee ex-werknemers het laatste duwtje geweest zijn dat werf tot zinken bracht. Een gebrekkige cash flow kon dit verlies niet goedmaken. Toch een lichtpuntje, een van de kaderleden kon een doorstart realiseren en een ‘nieuw’ Plasmor in de steigers zetten.  Sinds zijn ontstaan in 1977 had Plasmor bijna 13.000 kajaks en 700 zeilboten gerealiseerd.

Vernieuwde interesse van de ‘groten’

Naast de duidelijke onderfinanciering die aan de basis ligt van deze faillissementen, speelt ongetwijfeld nog een andere vaststelling. De vernieuwde interesse van de ‘grote’ merken voor de ‘kleine’ boten. Denk aan Bénéteau, Bavaria of de Hanse Group die zich opnieuw aan dit segment wagen. Door hun seriebouw en productievestigingen in ‘lagere’ loonlanden kunnen zij een prijsniveau bieden waar kleine inlandse werven alleen maar kunnen van dromen. Wanneer de kleine, onafhankelijke werven dit prijsniveau willen halen, komt hun rendabiliteit zwaar onder druk te staan. Zo fanatiek is het chauvinisme van de botenliefhebbers dan ook weer niet, wanneer zij op de kleintjes moet letten. (lvd)