En nog even dit… Moeten watersportbeurzen hun pretpark- niveau verhogen?

De meeste Europese watersportbeurzen hebben het niet gemakkelijk, het is de uitzondering (Düsseldorf?) die waarschijnlijk de regel bevestigt. Zo veroorzaakte de Belgian Boat Show een beetje deining toen de afschaffing van hun gratis toegangspolitiek in onze nieuwsbrief werd aangekondigd. Blijkbaar was daar nog niets over beslist, maar het is wel een van de denkpistes. Wanneer deze beurs haar rendement wil opvoeren – wanneer dit sociaal ethische verantwoord gebeurt, is daar niets fout mee – dan liggen er maar weinig wegen open. Ofwel betalen de bezoekers meer of betalen meer bezoekers, een kleine maar niet onbelangrijke nuance. Een andere optie is om de exposanten een hoger standgeld aan te rekenen. Het zal er waarschijnlijk op uitdraaien dat, net zoals in het buitenland, de beursorganisatoren van beide walletjes  zullen snoepen.

Voor exposanten is de verhouding tussen het marktpotentieel en de kostprijs van de stands niet onbelangrijk. Het argument dat de deelname aan Franse, Nederlandse of Duitse beurzen duurder is dan de beurzen in eigen land snijdt weinig hout. De omzetmogelijkheden in onze buurlanden liggen vele malen hoger omdat het bootbezit en de daaruit voortvloeiende bootbeleving veel breder gaat. Toegegeven, ook de concurrentie is er niet min.

Maar waar watersportbeurzen zich toch eens even moeten over buigen is over het element ‘beleving’. Allemaal zetten ze daar stevig op in. Nu zijn er weinig begrippen die zo breed kunnen geïnterpreteerd worden.

Beleving, er zijn weinig begrippen die zo breed kunnen geïnterpreteerd worden.

Zou er al ooit iemand voor een of andere vorm van watersport gekozen hebben na een sessie op een watersportbeurs  in een bekrompen en naar chloor stinkend zwembad met gierende ventilatoren er omheen? Als anti-beleving van de watersport kan zoiets wel tellen. En toch houden binnen- en buitenlandse watersportbeurzen vast aan dergelijke bizarre vorm van ‘beleving’.  Als je op deze denkpiste doorgaat kan je morgen een watersportbeurs organiseren in Plopsaland, daar zijn ook ‘bumper boats’ en ‘boomstammetjes met woeste watervallen’. Beleving gewaarborgd!

Je zou er van miserie  Studio100 -baas Gert Verhulst kunnen bijhalen, die weet wel wat van pretparken, alhoewel, met boten heeft hij minder prettige ervaringen. Daar kan de fiscus nog moeilijk over doen.

Watersportbeurzen moeten zich richten op hun ‘core’-business en dat is voor de meeste exposanten de ‘yachting’.  Laten  ze de ‘yachting’ en daarbij aansluitende botenverkoop in de kou staan, dan leggen ze een hypotheek op hun voortbestaan.  In het organiseren van wervende cultfeestjes voor hippe kite- en andere vogels zijn producenten van energiedrankjes veel beter. Zich bezinnen wat de ‘yachting’ zo uniek maakt kan iedereen een stap vooruit helpen.

Leo Van Dorsselaer