Toervaren Berlijn: “Ich bin ein Berliner”

‘Ich bin ein Berliner’ waren de woorden van een groots Amerikaanse president bij zijn bezoek aan Berlijn.  Dezelfde aantrekkingskracht van de stad Berlijn heeft mij jaren geleden ook aangegrepen. Was erbij toen de muur werd gebouwd; zag westerse toeristen aan weerszijden van de muur op een schavotje naar mekaar wuiven; woonde de voorstelling bij van nieuwe auto’s als Trabant en Wartburg; bezocht de plaats waar vluchtelingen werden neergeschoten; Checkpoint Charlie; goedkoop en goed gaan eten in Oost-Berlijnse restaurants; voelde de oost-west tegenstellingen toen de muur viel; kreeg de Belgische staatsveiligheid op de nek; enz… Dus tijd om dit nog maar eens allemaal te gaan verkennen. We huurden een boot ‘Grand Classique’ bij de verhuurfirma LeBoat.

Dag 1

Een dagje autorijden tot Wolfsbruch, ten noorden van Berlijn, waar we in de vroege namiddag reeds aankwamen en de boot in ontvangst konden nemen. Wolfsbruch heeft een gezellige jachthaven en die eerste avond bleven we ter plaatse en lieten ons de gerechten in het jachthavenrestaurant goed smaken.

Dag 2

Langs een klein kanaaltje, niet lang varen, en we ontmoetten de eerste sluis Wolfsbruch. Klein, er kunnen maar twee jachten tegelijk in, automatisch en geen groot verval. Na enkele kilometer verder, een brug onderdoor, spreidt zich een groot meer voor ons uit. De Palitzsee moet helemaal op de lengte worden doorgevaren. Het is breed dan weer smal, het kronkelt, en het is belangrijk dat ge goed op de kaart of GPS volgt waar ge u bevindt. Bijna op het einde depaneren we een klein motorbootje en doen een ommetje om de man met zijn bootje naar zijn haventje te brengen.

We turen de oevers af want we moeten een klein kanaaltje vinden dat ons naar de sluis van Strasen brengt. Eindelijk gevonden, het kanaal invaren, even inhouden om te controleren of het wel juist is, door een soortgelijke kleine sluis en terug in een groot meer, de Elbogensee. Op de grens van van Mecklenburg-Vorpommern en Brandenburg glijden van het ene meer in het andere, langs smalle verbindingskanaaltjes. Een zeer bosrijk gebied, veel natuur, weinig toerisme, gewoon genieten.

[huge_it_slider id=”1″]

Ziemsee, Menowsee, de sluis Steinhavel, Roblinsee en bereiken dan de mooie plaats Fürstenberg-Havel, stemmig gelegen aan een sluis die uitgeeft op de Baalensee. Hier aan de Fürstenbergsluis staat aangeduid dat het nog 60,7 Km is tot Berlijn. Onze tocht liep tot nu toe noordoostwaarts terwijl Berlijn meer zuidwaarts ligt. Maar vanaf nu varen we op de Havel en gaat het richting zuiden: Berlijn.

We stoppen niet in Fürstenberg omdat we in feite zo vlug mogelijk Berlijn willen bereiken. Dan gaat het onder een mooie voetgangersbrug  met een bord erop dat we hartelijk welkom zijn in de waterstad Fürstenberg. Hadden we toch niet beter halt gehouden: er is niet veel te vinden in toeristische gidsen, maar vanaf het meer gezien lijkt het een uiterst mooie plaats. Maar buiten de stad zien we ook verlaten fabrieken in verval: de aflaters van het vorige regime.

Na WO-II was in Fürstenberg een basis van het Sovjetleger met nucleaire tuigen gericht op het Westen; de Sovjets sloten de basis in 1994. Er was ook een concentratiekamp voor vrouwen (Ravensbrück) en in de stad staat een monument met een nederlandstalig opschrift: “vrouwen van Ravensbrück 1940-1945 – voor haar die tot het uiterste neen bleven zeggen tegen het fascisme”. Een eerste confrontatie (langs Wikipedia) met het roemloze verleden.

Onmiddellijk na de voetgangersbrug – we verlaten de Baalensee en komen in de Schwedtsee – gaan we naar rechts (of zeggen we stuurboord aanhouden in boottermen) de Siggelhavel in. Een verbindingskanaal van enkele kilometer naar een volgend meer de Stolpsee. We volgen de zuidoever want een heel eind verder moeten we terug de rivier Havel volgen. De Havel vanaf de Stolpsee zuidwaarts is een erg kronkelige rivier, niet breed, veel groen aan de oevers, prachtige flora en ook fauna. De tijd wordt erdoor vergeten: we hadden gepland te varen tot in Burgwall. Bij Bredereiche komen we een sluis tegen met een automatische bediening die men voor de sluis en in de sluis moet activeren door een hendel over te halen. Op lichtborden verschijnt dan de chronologische volgorde tijdens het versassen:
-hendel bedienen, een guillotinesluisdeur schuift naar boven;
-even wachten op het groen licht om in te varen;
-na het invaren lezen we “Achtung Tore schliessen”;
-“Weiterschleusung angenommen”: het versassen begint;
-“Bei Gefahr roten Hebel ziehen”: aan de rode hendel trekken bij dreigend gevaar;
-“Talschleusung läuft”: we dalen;
-“Ausfaht vorbereiten”: de daldeuren gaan open, het groen licht gaat aan,
-“Gute weiterfahrt”: het computerbesturingssysteem wenst ons goede reis verder.

Na verschillende kilometer aangenaam kronkelen door een niet bezoedelde natuur, krijgen we nog enkele sluizen te verwerken met eenzelfde scenario: Regow sluis, Zaren sluis, Schortheide sluis. Links van ons komt de Templiner rivier in de Havel. Even verder stoppen we in Burgwall aan een kleine jachthaven.

In Burgwall lijkt het dat de tijd is blijven stilstaan: armoedige huisjes, zandwegstraten. We genieten van een eenvoudige maaltijd aan zeer lage prijs in een plaatselijke haventaverne. Bij het betalen krijgen we prompt ons havengeld terugbetaald als korting. De mensen zijn uiterst vriendelijk in deze blijkbaar achtergestelde regio: zo dicht bij Berlijn !
We genieten van een welverdiende rust in deze stille omgeving.

Dag 3

Zehdenick is nu ons doel want we moeten inkopen doen. De Havel loopt hier tussen vele meren en vijvers. En plots doemt daar de stad Zehdenick op. Een rechte hoek naar links de sluis van Zehdenick in. We parkeren onze boot tussen de twee bruggen, brengen onbewust het signalisatiesysteem in de war, doen inkopen, en genieten van een maaltijd in de warme septemberzon.

We hadden vooraf hier een auto geplaatst, zodat we onze auto’s stelselmatig mee konden opschuiven naar Berlijn. De afstand van Wolfsbruch naar Berlijn is ongeveer 120 Km, langs onze vaarweg veel meer. Dus we halen onze andere auto op in Wolfsbruch en gaan die plaatsen in Oranienburg, onze volgende geplande stop. Na enkele uren is alles geklonken, en ondertussen hadden we inkopen gedaan. We hadden medereizigers die dat allemaal goed kunnen plannen.
Daarna moesten we nog eens heen en weer door de sluis om het signalisatiesysteem terug te laten werken en de bruggen te laten opengaan: computerisatie !

Vanaf Zehdenick varen we door een agrarisch gebied. We komen ook meer verkeer op het water tegen: het valt ons op dat de meeste binnenschepen van Poolse nationaliteit zijn; anderzijds liggen Duitse boten dikwijls werkloos langs de kades.

Onderweg stoppen we even aan het buitenkamp Klinkerwerk van het concentratiekamp Sachsenhausen: een strafkamp en een gevreesd dodenkamp vanwege de vele executies. Ter nagedachtenis richt de stad Oranienburg hier een geschiedenispark op.

De sluizen van Bischofswerde en Lieberwalde zijn bemand en we kunnen er vlot doorheen. Even verder komt dan het Oder-Havel kanaal de Havel vervoegen. Vanaf hier moet men om op deze wateren te varen een geldig vaarbewijs hebben.

Het wordt een drukke vaarweg, niet heel breed, er varen duwbakken op met soms drie bakken achterelkaar: we moeten hen de nodige ruimte laten.

Nog een reuzesluis Lenitz (VHF 18) voor we Oranienburg aankomen. We stoppen bij de jachthaven vlakbij het centrum.

De auto uit Zehdenick wordt opgehaald; we brengen de auto’s naar Potsdam en keren terug met de trein: zien het landschap eens vanuit een andere hoek.

Een restaurantbezoek, niet zo heel denderend, een slaapmutsje en op naar de volgende dag.

Dag 4

De stad heette oorspronkelijk Bötzow en wordt in de 17e eeuw Oranienburg. Keurvorst van Brandenburg Frederich Willem huwde Louise Henriette van Oranje-Nassau. Hij herbouwde de stad en liet ook een kasteel bouwen en gaf dit alles de naam Oranienburg. Een bezoek aan het Schlossmuseum leert ons heel wat van de voor ons onbekende geschiedenis.

In 1933 werd in Oranienburg het eerste concentratiekamp gebouwd, even later afgebroken en herbouwd in de wijk Sachsenhausen, dat alzo wereldberucht werd. We lopen door het kamp, worden er stil van, indrukwekkend, hoe kan een regime het zover laten komen ! Arbeit mach Frei staat er boven de ingang.

Elke dag zouden er executies door ophanging op het hoofdplein zijn uitgevoerd voor de ogen van medegevangenen. In het kamp was er ook een atelier waar vals geld werd gemaakt: vooral Engelse ponden; er werkten 130 Joden in complete afzondering. Op het einde van de oorlog werden 35000 uitgemergelde gevangenen op transport geplaatst richting Polen: tevoet, een dodenmars.

Dag 5

Losmaken in Oranienburg en koers zetten naar Berlijn. Onderdoor de autobaan van de Berlijnse ring; industrie langs de oevers, bruggen. We voelen de grootstad naderen. Verlaten de deelstaat Brandenburg en komen in Berlijn nu. Linksaf nu het Berlin-Spandauer Schiffahrtskanal in: langs de Berlin-Tegel luchthaven

Afwisselend industrie, natuur, oeverbewoning: door een groot dubbel sluizencomplex: Plötzensee sluis, VHF kanaal 22 dat we niet hoefden op te roepen. Daarna onder de Stadsring, naar rechts het Westhafenkanal in tot aan het Charlottenburger Verbindungskanal, links indraaien: een kort stukje maar. We komen op de Spree, gaan naar links: we zijn in Berlijn stad.

Op de rivier Spree is het aangenaam kronkelend varen tussen parken, mooie moderne gebouwen, gezellige terrasjes vol met Berlijners. Een showboat, een cruiseboot, waterbussen, een waterpolitieboot die vriendelijk wuiven als ze onze Belgische vlag zien; heel veel te zien.

Met aandacht voor de bijna drukke scheepvaart, schuiven we stilaan naar het centrum van de stad: veel bruggen, het Hauptbahnhof, de regeringsgebouwen, en plots voor ons het Reichstaggebouw. We parkeren onze boot aan de overzijde aan een passantensteiger (gratis) vlakbij het Friedrichstrasse station: kan het nog beter !

Enkele medebootvaarders verkennen de onmiddellijke omgeving, we vinden een snelle hap, doen inkopen en maken plannen om efficient de stad te bezoeken. Het was een dag waar we met volle teugen hebben van genoten.

Dag 6

Omdat na de bootreis gepland was om nog enkele dagen de stad Berlijn te bezoeken, hadden we ons voorgenomen om zoveel mogelijk langs de interessante waterwegen door Berlijn te trekken. De Spree heeft voor een groot deel gediend als grens tussen Oost en West Berlijn tijdens de donkere naoorlogse periode. De kleine monumentjes langs het water herinneren ons aan de onfortuinlijke vluchtelingen die er niet in lukten om het water over te zwemmen.

Vanaf de Friedrichstrasse zitten we terug in het voormalige Oost Berlijn. De grote groene boulevard in het westen is de Strasze des 17 Juni die aan de Brandenburger Tor overloopt in het oostelijke Unter den Linden. Langs de Brandenburger Tor liep destijds de Berlijnse muur. Aan de westelijke kant is ook het Russische gedenkmonument voor hun gesneuvelde soldaten. Destijds werd hier dagelijks een aflossing van de wacht georganiseerd van Russische soldaten die vanuit Oost Berlijn even over grens gingen naar het monument: een toeristische attractie.

Maar we zitten met onze boot op de Spree en komen even verder aan het grote museumeiland met heel wat gerenommeerde musea: men kan er dagen in rondlopen. Het is een Unesco beschermde site geworden. Het gaat dan langs de Berliner Dom kerk – absoluut het bezoeken waard – tot aan de grote dubbele sluizen quasi midden in de stad: aan het aantal rondvaartboten te zien lijkt het hier te krioelen van toeristen.

Deze Mühlendamm sluis kan men oproepen op VHF kanaal 20 maar voor de pleziervaart is er een speciale wachtsteiger voorzien met interfoonbediening: alles loopt heel vlot. Het mooie septemberweer waarvan de konden genieten liet vele Berlijners ook niet ongemoeid en de Spree-oevers werden druk gebruikt voor verpozing.

Zachtjes door het waterglijdend genieten we van al het moois dat deze grote stad ons kan bieden: soms minder fraai en vervallen, maar meestal zien we dat Berlijn echt zijn best doet om de stad bezienswaardig te maken.

De Oberbaumbrücke onderdoor – deze brug werd gebruikt om West-Berlijners tevoet te laten oversteken naar Oost-Berlijn; nu rijdt er terug gewoon verkeer over en ook een metrolijn.

De voetgangersgalerij onder metrosporen zijn een mooi stukje architectuur.  Even verder zien we het standbeeld van de beroemde Moleculeman. Het is een meer dan 30 m hoge sculptuur van drie mannen die naar elkaar de handen reiken. Het staat in de Spree en wordt uiteraard vele keren gefotografeerd.

We moeten nog doorvaren tot een jachthaven aan de Muggelspree, omdat daar een pompstation is om onze faecaliëntank leeg te maken. Na het leegpompen en een stevig maal in het gezellig restaurant van de jachthaven van het Wassersportzentrum Berlin, keren we terug naar het stadsmidden.

Het is ondertussen wel laat geworden en al de ligplaatsen aan de Friedrichstrasse waren ingenomen; een eindje doorvaren en zie daar was al vlug een andere ligplaats vrij. Dat ge gratis kunt afmeren in het centrum van Berlijn is een ongehoorde luxe. We zijn de volgende morgen teruggekeerd naar de Friedrichstrasse.

Dag 7

Vanavond moeten we boot in Potsdam krijgen waar we hem morgen vroeg moeten afleveren. We hadden een oneway reis geboekt omdat de Lehnitz sluizen bij Oranienburg lange tijd niet konden gebruikt worden en hierdoor de meeste huurboten ten noorden van Berlijn lagen. Zo kwam het de verhuurder goed uit dat we onze reis gingen beëindigen op hun basis in Potsdam.

Een bezoek aan het Reichstaggebouw stond op het programma en ook aan de bezienswaardigheden in de directe omgeving. Een lange rij stond aan te schuiven, misschien wel meer dan een uur wachten. Eén onze de bemanningleden werd voortgeduwd in een rolstoel; plots groen licht voor ons, men kwam ons uit de rij halen, een zijingang binnen, een aparte lift en hop we waren iedereen voor en de toegang werd ineens gratis – hebben soms teveel geluk ?

Berlijn vanuit de hoogte bekijken in die immense koepel: gewoon prachtig. En daar beneden, heel nietig aan de steiger ligt onze boot: wat zijn we bevoorrecht.

Ons besluit om langs een kleiner kanaal heel Berlijn door te varen was niet het beste idee. De snelheidsbeperking en de verschillende stops van voorliggende rondvaartboten maakten dat we heel wat tijd staken op onze doortocht van het Landwehrkanal: enkelrichting kanaal. Wel heel mooi en zeker een aanrader.

Invaren moet langs de Oberschleuse (VHF 78) en uitvaren door de Unterschleuse (VHF 81). De sluizen stonden beiden open en leken op ons te wachten. Terug op de Spree: goed uitkijken want we moeten nog een grote sluis nemen. Bij de grote nieuwe sluis Charlottenburg Spree aan de stadsring moeten nog extra wachten; VHF 82 maar de pleziervaart moet zich melden aan bakboord aan de wachtsteiger met interfoon.

De zon stond al laag we hadden nog zeker twee uur te varen. In Spandau aangekomen verlaten we de Spree en varen verder op de Havel zuidwaarts. De zon gaat onder en een grote rond maan komt op. En die maan schittert op het water en belemmert voor een deel de zichtbaarheid. De Havel wordt op sommige plaatsen zeer breed en dan weer heel smal. De zelf meegebrachte GPS-kaarten wezen ons de weg. Ook onze ondervinding bij nachtvaren heeft ons geholpen. En we waren niet alleen op het water. Heel wat rondvaartboten varen ‘s avonds in de duisternis tussen Spandau en Potsdam. Het is zeer feeëriek, goed uitkijken en de lichtjes van de boeien zoeken. Rond 21 uur konden we veilig aanleggen in de jachthaven van Potsdam-West.

Dag 8  en volgende

De boot werd terug afgeleverd. Onze auto’s hadden we al overgebracht naar Potsdam. We hadden gereserveerd in een hotel in Potsdam.

Potsdam: Sans Souci kasteel en park: absoluut doen.

Berlijn: 30 minuten trein rijden en de stad exploreren: zalig.

Praktisch:

De boot was een 15 meter lange boot van het verhuurbedrijf LeBoat.

Er waren problemen met de boot omdat de verhuurder de uitlaatkraan van de faecaliëntank had laten openstaan.

Hierdoor hebben op een zeker moment een halve dag de boot moeten missen.

We zijn hiervoor vergoed door geen brandstof te moeten betalen.

Kaarten van de waterwegen zijn aan boord: wel wat onoverzichtelijk in Berlijn.

Soms geven de kaarten niet goed aan welke waterweg te nemen en deze te vinden.

Goede voorbereiding is dus absoluut vereist.

Een vaarbewijs is verplicht in Berlijn.

We hadden zelf een GPS bij: geen overbodige luxe.

De marifoon die we bijhadden (er is geen aan boord) hebben we niet moeten gebruiken.

Berlijn en omgeving is geen dure bedoening: de betalende jachthavens zijn niet duur, en het havengeld wordt soms terugbetaald als men gebruik maakt van het restaurant.

Bevoorrading en restauratie is niet duurder dan bij ons: dikwijls goedkoper: bv voor 10 EUR hadden we op de Kurfürstendam in Berlijn en volledig middagmaal.

Nachtvaren op de Berlijnse meren is af te raden als er geen ondervinding is.

Tekst en foto’s: Georges Janssens