– 2025 – 80° Noord – reisverhaal – Mike Celis –
Het vertrek naar het Hoge Noorden
Op 1 maart 2025 verlaten we met Saeftinghe de haven van Oostende. Na enkele maanden voorbereiding op de werf hopen we pro-actief alles opgelost te hebben voor deze trip van in toaal meer dan 6 maanden.
Voor onze tocht noordwaarts nemen we vijf weken de tijd. De ervaring heeft me geleerd dat wanneer je de tijd hebt, deze ook neemt. Oostende–Tromsø, 1.400 mijl in winterse omstandigheden. In enkele lange dagtochten bereiken we West-Terschelling, waar we met een goed weerbericht starten met de oversteek richting Stavanger.
Na een rustige oversteek met een pittig einde en ijskoude nachten, arriveren we in Skudeneshavn, net boven Stavanger. Hier start onze tocht door de fjorden naar Tromsø. Langs de 1.000 mijl lange kust van Stavanger naar Tromsø moeten we nog enkele keren over open zee, maar het grootste deel van de route kunnen we beschut varen tussen fjorden, bergen en eilanden.
Stadlandet, Kaap Vestkapp, is berucht. Met zijn 497 meter hoogte is dit de meest westelijke kaap van Noorwegen waar het 200 dagen per jaar stormachtig waait. Een mijlpaal in onze trip. Door de ligging is het raadzaam de kaap alleen in gunstige omstandigheden te ronden. Måløy, vlak voor de kaap als je noordwaarts gaat, is daarvoor een ideale uitvalsbasis. Hier vind je een supermarkt, scheepsartikelen en andere voorzieningen.
Begin april komen we aan in Tromsø, waar voor ons het zeil-/skiseizoen start.

Spitsbergen: van Noorwegen naar Longyearbyen
NA enkele maanden in Noorwegen zetten we op 15 juni koers vanuit Harstad richting Longyearbyen. Na contact met de border control en het in orde brengen van SafeSeaNet kunnen we de Noorse wateren verlaten. Spitsbergen is Noors grondgebied, maar valt buiten Schengen en dit vraagt speciale aandacht. Een bezoek aan de border control in Tromsø of Harstad is dus noodzakelijk om Noorwegen correct te verlaten.
Na vijf dagen zeilen in daglicht en kalme omstandigheden doemt Spitsbergen aan de horizon op. De middernachtzon zorgt voor 24 uur licht: van half mei tot eind augustus gaat de zon hier niet onder.

We lopen ’s ochtends de Isfjorden binnen, de fjord waar halverwege Longyearbyen ligt. Aan de ingang vind je Radio Isfjord, waar je bij goede omstandigheden voor anker kunt gaan. Voor ons is dat nu nog niet mogelijk: eerst moeten we naar Longyearbyen om onze wapens en signal flares op te halen. Op Spitsbergen sta je als mens niet bovenaan de voedselketen. IJsberen zwerven rond en genieten van een zeer hoge beschermingsstatus. Buiten de settlements wordt het sterk afgeraden om zonder preventiemiddelen – flares, knalpatronen en in laatste instantie een geweer – rond te trekken, ook niet als je met een schip bent.
Na overleg met de Sysselmesteren (de gouverneur) krijgen we wel toestemming om een eerste stop te maken in Barentsburg: een Arctisch settlement met zo’n 400 inwoners en de enige nog actieve koolmijn van Spitsbergen, uitgebaat door een Russisch staatsbedrijf. Bijna alle inwoners hier zijn Russisch.
IJsberen zwerven rond en genieten van een zeer hoge beschermingsstatus.
Aan de twee drijvende steigers vinden we plaats om met Saeftinghe af te meren. Een jonge havenmeester heet ons welkom en regelt voor 20 euro per persoon een rondleiding met gids. De kade en omgeving liggen onder het stof van de koolmijn en de plek wint niet de prijs voor gezelligheid: de Sovjetstijl van de jaren ’70 is hier nog springlevend. Via 220 trappen klimmen we naar het dorpje. Boven vinden we een zwembad (tegen betaling toegankelijk), een refter, een postkantoor, een hotel en een pub waar het verrassend gezellig is. Na de rondleiding krijg je toch respect voor de manier waarop mensen hier leven en overleven tijdens de lange, donkere poolwinter.
De 28 mijl tussen Barentsburg en Longyearbyen leggen we in enkele uren af. Onderweg zien we onze eerste walrus.

Longyearbyen
Longyearbyen is de hoofdstad van Spitsbergen met zo’n 2.500 inwoners. De meesten verblijven hier tijdelijk: als wetenschapper, student of werknemer. Niemand is er voor altijd. Kinderen krijgen of sterven is er officieel niet toegestaan. Wie zich misdraagt, wordt zonder pardon op het vliegtuig gezet en is nooit meer welkom.



In de haven ligt één lang drijvend ponton voor bezoekende jachten en schepen. Schepen groter dan 24 meter kunnen reserveren en liggen aan de buitenkant, de rest aan de binnenzijde.
Soms liggen er drie schepen naast elkaar – meestal geen probleem, al wil er af en toe iemand niet meewerken. Dan komt de havenmeester tussenbeide zoals we zelf gemerkt hebben. Voor anker gaan kan nabij de luchthaven of verder in de fjord.

Longyearbyen wordt permanent gemonitord voor ijsberen zodat je er geen wapen nodig hebt. Buiten het centrum is dat anders: daar begint opnieuw het ijsberengebied.
Voor bevoorrading is er een supermarkt en een alcoholshop op veertig minuten wandelen van de haven. Alcohol kopen kan enkel met een speciale vergunning van de Sysselmesteren of met een vliegtuigticket naar Longyearbyen. Voor bezoekende jachten is die vergunning aan te vragen. Bestellingen van eetwaar kunnen bovendien, tegen een meerprijs, tot aan het ponton geleverd worden indien je deze 10 dagen op voorhand besteld. Alles moet van Tromso per schip aangeleverd worden…

Naar 80° Noord
Vanuit de Isfjorden varen we noordwaarts door de Forlandsundet, tussen Spitsbergen en het Forlandet Nationaal Park. We verlaten Area 10 voor veertien dagen en zetten koers naar het hoge noorden. Area 10 zijn de gebieden rond de settlements waar redding “nabij” is. Buiten Area 10 is het complexer om gered te worden en moet je ook over een specifieke SAR verzekering beschikken als je tochten aan wal onderneemt. We hebben een gids aan boord genomen en zij hebben ons eenrzijds ondersteunt in het administratief werk om de nodige permits te krijgen en anderzijds beschikken zij ook over deze specifieke SAR insurance aan wal.

Achter Poolepynten ankeren we bij een walruskolonie. De mannetjes aan de westkust zijn nieuwsgierig en durven tot vlak bij de schepen komen. De vrouwtjes en jongen in het noordenvoelen zich sneller bedreigd en kunnen met hun slagtanden gemakkelijk een rubberboot lek prikken. De Sysselmesteren leggen strikte afstandsregels op voor het bezoeken van vogelkliffen en naderen van wildlife. Deze worden nauwgezet gerespecteerd.

Op weg naar Ny-Ålesund moeten we alle wifi en bluetooth uitschakelen vanaf twintig kilometer afstand om de gevoelige wetenschappelijke meetinstrumenten niet te storen. Er staan hoge boetes op indien je hier laks mee omspringt. Ook deze plaats zullen we later op de terugtocht bezoeken.

Verder noordelijk wacht de Magdalenafjord, een parel van een fjord die vaak wordt aangedaan door kleine cruiseschepen. We ankeren er achter een landtong, vlakbij een oud kerkhof van walvisjagers en een hut van de Sysselmesteren. Door toeristen die het niet konden laten om de graven te betreden, is de site tegenwoordig wel omheind.

Daarna zeilen we door naar het Noorden, de Smeerenburgfjord in. Namen als Smeerenburg en Amsterdamøya herinneren aan de aanwezigheid van Nederlandse walvisvaarders.
Hier lijkt het werkelijk het einde van de wereld: ten noorden van ons ligt enkel pakijs, en 500 mijl verder de Noordpool.
Hier lijkt het werkelijk het einde van de wereld: ten noorden van ons ligt enkel pakijs, en 500 mijl verder de Noordpool.
De dagen die volgen brengen we door in deze wildernis. Er zijn geen getijdengegevens, stromingstabellen of betrouwbare dieptemetingen. Kaarten geven geregeld “unsurveyed” aan, vooral waar gletsjers zich kilometers hebben teruggetrokken. Harde, draaiende, wind dwingen ons af en toe om te herankeren.

In Hambukta vinden we een ankerplek in tien meter water, maar slecht weer binnen enkele dagen dwingt ons verder naar de Woodfjorden. Beschut achter een hoge morene in Mushamna vinden we een veilige booi waar het mooi veroeven is voor 2 dagen. Poolvossen en rendieren kruisen ons pad, maar gelukkig geen ijsberen. ’s Avonds maken we een kampvuur op het strand, altijd met iemand op wacht.

Als de wind is gaan liggen komt hét moment: koers zetten naar Moffen. Dit walrusparadijs ligt boven 80° Noord, wat één van de doelen was van dit seizoen. Het eiland zelf is beschermd natuurgebied, maar overal zien we walrussen in het water en op de zandbanken. Door de deining is ankeren te riskant en varen we langs de Zuidkant van dit eiland terug naar het Westen. Het gevoel om de magische grens van 80° Noord te passeren maakt alles goed.
De terugtocht naar Longyearbyen

Na een degelijke wandeling in de Raudfjorden, waar negen gletsjers tot in het zeewater reiken, keren we stilletjesaan terug zuidwaarts. Op onze terugweg naar Ny-Alesund zien we eindelijk een ijsbeer in de Smeerenburgfjord. De koning van de Arctic gaat van een eilandje al zwemmend naar de overkant.
In Ny-Ålesund vinden we later plaats aan een ponton naast een Frans jacht. Hier hebben we electriciteit en water. Er kan ook getankt worden in overleg met de havenmeester. De prijzen zijn soms verschillend met deze in Longyearbyen en diesel kan duurder of goedkoper zijn. We bezoeken het museum over de expeditie van Amundsen en de Zeppelin Norge.
Ny-Alesund is geen echt dorp meer en wordt alleen bewoond door wetenschappers en ondersteunende technische crew. De oude koolmijn is al vele jaren gesloten. De restanten van deze koolmijn zijn heel aanwezig op de berg achter het dorp. Momenteel is Ny-Alesund één grote wetenschappelijke site met meetapparatuur verspreid in de verre omtrek.

Na een overnachting varen we langs de indrukwekkende Kongsfjorden met de Kongsbreen (gletsjer) en overnachten we voor anker achter één van de eilanden in de fjord. Tijdens de nacht horen we regelmatig stukken gletsjer in zee vallen. We liggen beschut voor het ijs en moeten ons geen zorgen maken.
De Bultruggen wuiven ons uit op Spitsbergen
Na nog een laatste stop in Barentsburg zetten we terug koers naar Longyearbyen waar we een groep van FOS Open Scouting aan boord krijgen die Saeftinghe mee naar het Noorse vasteland zullen varen. Een trip die gekenmerkt wordt door walvissen en dolfijnen. De Bultruggen wuiven ons uit op Spitsbergen en tijdens de oversteek van de Barentszee zien we tijdens elke wacht wel een groep passeren.

Spitsbergen heeft ons alles gegeven: natuurpracht, stilte, extremen en onvergetelijke ontmoetingen. In 2027 zijn we er terug en gaan we ook verder richting Groenland!
De Arctic zit in ons hart!
Interesse om meer te weten over de Saeftinghe?
Uitnodiging voor Saeftinghe in’t Groen op 18 oktober 2025:
een dag voor avonturiers, dromers en ontdekkers…
<Klik hier voor meer info> of <registreer onmiddellijk>

