Giftige pieterman!

– Oostende 3 juli 2025 – Vlaams Instituut voor de Zee – VLIZ –
– foto: Een kleine pieterman met gifstekels in de zwarte rugvin (© VLIZ – Bart De Smet)

Warm strandwater, opvallend veel giftige pieterman

Bij de start van dit zomerseizoen is de kleine pieterman, een giftig visje, opvallend talrijk in het strandwater aan onze kust. Dat melden recreatieve vissers en wordt bevestigd door het VLIZ-strandobservatienetwerk SeaWatch-B. De aantallen liggen 7x hoger dan in dezelfde periode vorig jaar. Daarom wordt aangeraden om bij het pootjebaden watersandalen te dragen. Wie toch gestoken wordt, contacteert best zo snel mogelijk de strandreddingsdienst. Mogelijk spelen de hoge temperaturen van het strandwater extra in de kaart van deze klimaatsoort.

Cijfers tonen systematische toename

De kleine pieterman is een visje van hooguit 10-15cm, dat wijd verspreid voorkomt in onze Noordzee. Overdag leeft het ingegraven in de zeebodem, in het zomerhalfjaar tot in de branding. Bij contact met de stekels van de zwarte rugvin of die op het kieuwdeksel, wordt gif in het getroffen ledemaat geïnjecteerd. Wie dus onbewust blootvoets trapt op een ingegraven pieterman, riskeert een venijnige en pijnlijke steek.

Dit zomerhalfjaar tonen gegevens van het VLIZ-burgerwetenschaps- en strandobservatienetwerk SeaWatch-B dat de soort 7x talrijker is dan in dezelfde periode vorig jaar (april-eind juni). Met gemiddeld één visje per zeventig vierkante meter ‒ of ca. 100 op de oppervlakte van een voetbalveld ‒ is de kans op een ontmoeting met de kleine pieterman vrij groot en intussen 10-15 keer hoger dan eind de jaren 1990. De oorzaak lijkt gezocht te moeten worden in de voorkeur van deze soort voor hogere watertemperaturen. Een snel opwarmende Noordzee (+2°C in de voorbije zestig jaar) en strandwatertemperaturen dit jaar van 20-22°C al heel vroeg in de zomer, spelen in de kaart van deze soort.

Hoe gevaarlijk is de steek? Hoe voorkomen, hoe behandelen?

Hoewel niet levensbedreigend, veroorzaakt het gif vrijwel onmiddellijk een felle, uitstralende pijn, eventuele misselijkheid en lokale zwellingen. Een pijn die lang kan aanhouden. Op de plek waar je gestoken wordt – bij pootjebadende strandgangers doorgaans in de voet – ontstaat een zwelling, al dan niet in combinatie met tintelingen. Maar ook hartkloppingen, buikpijn, barstende hoofdpijn, koorts of braken zijn mogelijk.

Het gif bestaat uit een mix aan eiwitten, wat het thermolabiel maakt. Met andere woorden, het breekt vrij snel af onder invloed van warmte. Bij een steek is het dan ook zaak om zo snel mogelijk de wonde bloot te stellen aan een warmtebron, en dit gedurende 20-90 minuten. Gemakkelijkst is het lidmaat in een warme vloeistof onder te dompelen, aan een temperatuur die nog net te harden is (max. 45°C). Ook een haardroger kan effectief zijn. Hoe sneller de behandeling start, hoe effectiever. Daarnaast is het aangewezen de wonde te ontsmetten, en kan een pijnstiller desgewenst verlichting brengen.

Wie helemaal op zeker wil spelen, draagt best watersandalen bij het betreden van de branding. Die sluiten de kans op een steek vrijwel volledig uit. Bij twijfel of je wel gestoken bent door een pieterman en bijvoorbeeld niet op een puntig voorwerp hebt getrapt, neem je beter het zekere voor het onzekere en contacteer je de strandreddingsdienst.

Een kleine pieterman met twee ‘tongbijters’ (© VLIZ – Ann Derathé)

Pietermannen zelf ook belaagd

Opvallend bij de kleine pietermannen die tussen april en nu in het strandwater zijn aangetroffen is dat 65-80% geïnfecteerd is door een parasitaire pissebed. De ‘tongbijter’ heeft zijn naam niet gestolen. Hij bijt zich vast in de tong van de pieterman (of andere vissoorten), en leeft er van weefsel en bloed van de gastheer. Soms kunnen meerdere exemplaren, elk tot wel 2cm groot (!), dezelfde mondholte bevolken. Deze visparasiet is bekend van ZW-Engeland sinds 1996, om vervolgens geleidelijk aan oostwaarts op te rukken. In 2020 meldde de Strandwerkgroep de soort voor het eerst aan de Belgische kust, in maart 2025 volgde de eerste vondst in Nederland (bij een wijting).

SeaWatch-B, het VLIZ burgerwetenschapsproject aan zee

Sinds 2014 trekken een twintigtal burgers, opgeleid en van het nodige materiaal voorzien door het Vlaams Instituut voor de Zee, er vier keer per jaar op uit om de toestand van het strand en de ondiepe Noordzee te monitoren. Ze doen dit door op een gestandaardiseerde wijze tien ‘vaste’ en drie ‘optionele’ metingen te doen, elk op hun eigen strandtraject. Danzij dit burgerwetenschapsproject krijgt het VLIZ een goed beeld hoe dit gebied in de loop van de jaren verandert voor wat betreft strandbezoek, zeewatertemperatuur, zee- en strandleven, vervuiling en embryonale duinvorming. In 2018 kwam een eerste rapport uit, volgend jaar verschijnt een volledige analyse van de data over de periode 2014-2025.