Martinique, ankeren tussen de schildpadden

[huge_it_slider id=”10″]

 

Pagina 3: Naar Saint Lucia, mooier, ruiger… gevaarlijker?

Maar ten zuiden van ons liggen nog twee andere mooie eilanden: Saint Lucia en Saint Vincent. Ook tropisch mooi, maar veel ruiger. En armer ook. Wat maakt dat we ook de veiligheidssituatie checken. Regelmatig duiken verhalen op van diefstallen en overvallen op boten die aan een boei of voor anker liggen. In maart van dit jaar zijn in Saint Vincent twee Britse zeilers vermoord. Een afrekening na een ruzie, wordt hier ter plekke gezegd. We consulteren de site www.safetyandsecuritynet.com die een overzicht biedt van alle incidenten met zeilers in de Caraïben. Het beeld is gemengd: in Saint Vincent zijn er de jongste maanden af en toe overvallen geweest en zelfs in de Grenadines, die als veilig beschouwd worden, is vorige week ’s nachts nog een boot overvallen.

Nu, dramatiseren hoeft niet. Het gaat om enkele gevallen per jaar in een gebied waar dagelijks meerdere tientallen charters en individuele zeilers langskomen. Het is zoals in een grootstad: wie zijn gezond verstand gebruikt en geen conflicten opzoekt, hoeft in principe niets te vrezen. Meer uit tijdsgebrek dan uit vrees beslissen we zelf om ons te beperken tot Saint Lucia, het eiland dat direct onder Martinique ligt.

Lokale schipper

Omdat de oversteek naar Saint Lucia zich nogal woelig aandient, beslissen we om ook een lokale schipper mee aan boord te nemen. Twee telefoontjes naar onze chartermaatschappij later is dat geregeld: op dinsdagmorgen pikken we in het nabijgelegen havenstadje Les Anses d’Arlet Francky op, een rasechte Martinicaan die hier al zijn hele leven zeilt. Als we enkele uren later de zuidkaap van het eiland achter ons laten, blijkt dat geen slechte keuze geweest te zijn. Het waait tot 26 knopen en de twee meter hoge golven slaan over boord in de kuip. De Bénéteau houdt robuust stand maar loeft toch iets te snel op naar onze zin. Een extra reef steken is de boodschap. Op zulke moment is wat extra zeilervaring aan boord geen overbodige luxe.

Het feit dat we een local aan boord hebben, bespaart ons heel wat kopzorgen en onderhandelingen met de boat boys.

Francky blijkt ook goud waard als we aanmeren in Marigot Bay, onze eerste stopplaats in Saint Lucia. Dit is inderdaad een andere wereld. Hier word je bijvoorbeeld opgewacht door ‘boat boys’, lokale jongeren die je tegemoet varen en je willen helpen het juiste plekje te vinden.

Vaak echter proberen ze je naar hun eigen boei te leiden, die in tegenstelling tot de echte havenboeien, niet altijd goed gezekerd zijn. Het feit dat we een local aan boord hebben, bespaart ons heel wat kopzorgen en onderhandelingen met de boat boys. Hij komt hier al jaren en weet wie betrouwbaar is en wie niet.

Marigot Bay

Marigot Bay is een kleurijk en levendig dorpje in een pittoreske inham tussen de mangroves. Je voelt meteen dat dit een andere wereld is.

De Afrikaanse roots van de inwoners komen hier veel explicieter tot uiting dan in Martinique. In de rastaharen van boat boys, het creoolse taaltje, de relaxte sfeer maar ook de armoede.

Francky vertelt over zijn vriend Nelson, die regelmatig de woelige oversteek van Saint Lucia naar Martinique maakte in een klein motorbootje omdat de gezondheidszorg op het Europese eiland veel beter was. Tot vorig jaar, toen hij wel vertrok uit Saint Lucia maar nooit aankwam aan de overkant. Er is nooit een spoor van hem teruggevonden.

De volgende dag varen we verder zuidwaarts naar het natuurwonder dat trots op de vlag van dit eiland prijkt: de Pythons, twee spitse bergen die loodrecht uit zee lijken op te springen.

Dit is het decor dat onder meer diende als achtergrond voor Pirates of the Caribbean. Zelfs op een boot van 46 voet voelen we ons miniscuul als we ankeren aan de voet van de kleinste van de twee. Bijna zeshonderd meter loodrecht boven ons torent de berg boven ons uit, de flanken begroeid met wild regenwoud. We nemen de dinghy en verkennen aan de andere kant van de baai een grot vol vleermuizen en gaan er de onderwaterwereld van dit nationaal park verkennen, met zo mogelijk nog meer vissen dan onze geliefkoosde baai op Martinique.